Media vervormt onze beeldvorming

Er zijn vier sturingsmechanismen voor media

  1. Overheid
  2. Markt
  3. Professie
  4. Publiek

Eerste sturingsmechanisme: overheid

Na WO II: angst voor manipulatief karakter van audiovisuele media => overheid neemt het monopolie: enkel openbare omroep
Overheid financiert

  • Voordelen
    • Commercie wordt buitengehouden
    • Audiovisuele media hebben maatschappelijke rol
    • Informatieve functie
    • Culturele functie: gemeenschappelijke waarden & normen
    • Educatieve functie: volksverheffing
  • Gevaar
    • Politiek misbruik: overheid kan ook manipuleren -> machtsdiscussie
    • Politisering: RvB bestaat uit afgevaardigden van verschillende politieke partijen afhankelijk van verkiezingsuitslag.
    • Er werden garanties ingebouwd zodat nooit één politieke partij de macht in handen zou kunnen nemen.
    • Toch gevaar dat politieke machthebbers er voordeel uit proberen halen.

1987: 1e commerciële omroep

  • In ’87: in België wettelijke mogelijkheden voor ontstaan commerciële omroep => VTM
  • Overheid reguleerde nog enigszins volgens 3 functies (bv: nieuwsprogramma = verplicht)
  • Maar algauw: heel ander karakter: vooral entertainment (weinig culturele functie)
  • Spanningsveld tussen regulerende kracht en vrije media

Tweede sturingsmechanisme: markt

Commerciële omroepen werken volgens marktprincipes

  • Regulerende rol overheid: op achtergrond
  • Programmering: afhankelijk van commerciële variabelen
  • Uitgangspunt: hoe maak ik winst?
  • Commerciële omroep: uitsluitend gefinancierd door adverteerders => volledig afhankelijkheid van hen => in prime-time: programma’s met hoogste kijkcijfers => kwaliteit < kwantiteit

Markt zet onder druk
Het 2e sturingsmechanisme = enorm bepalend geworden

Andere sturingsmechanismen komen onder druk te staan

  • Openbare omroep moet programmatie aanpassen
  • Programma’s met lage kijkcijfers, hoe interessant ook: vallen weg
  • Programmator komt onder druk te staan: doel = format moet zoveel mogelijk kijkcijfers halen

Derde sturingsmechanisme: professie

Redactie bepaalt mee het gezicht van een omroep

  • Referentiekader / waarden & normen van journalist vervormen de werkelijkheid
  • Objectiviteit / neutraliteit van journalist = onmogelijk: je bent lid van een maatschappij -> je kijkt door die bril
  • Mondiaal bekeken: journalist is overwegend mannelijk en blank -> heeft invloed op berichtgeving

Vierde sturingsmechanisme: publiek

  • Publiek participeert niet aan het medialandschap
  • Eerste 3 sturingsmechanismen (met machtsconcentratie bij de markt) bepalen wat we te zien krijgen
  • Er zou meer evenwicht in het systeem moeten komen => actief burgerschap stimuleren

Media heeft maatschappelijke rol

Deze rol is onder druk komen te staan door evolutie

Media heeft drie belangrijke functies:

  1. Culturele functie
  2. Politieke functie
  3. Educatieve functie

Culturele functie

Media spelen een belangrijke rol in het verspreiden, genereren, promoten van gemeenschappelijke waarden en normen die samenhang verlenen aan een maatschappij.
Door de ontzuiling zijn normen & waarden diffuus geworden => ontreddering => media kwam deels in de plaats voor het creëren van een culturele identiteit => gevaar! => je wordt cultuurspiegel voorgehouden die niet realistisch is!

  • Veel geweld op TV => paranoia
  • Slankheidsideaal

Door dominant karakter van media: naast politiek, civiel en sociaal burgerschap nu ook cultureel burgerschap nodig. (Zie tekst Liesbeth Van Zoonen)

Politieke functie

Media als schakel in de democratie.

  • Media is de 4e macht (naast: 1e uitvoerende macht, 2e wetgevende macht, 3e rechterlijke macht)
  • Media = de aanvullende macht om een volwaardig democratisch systeem te krijgen
  • Media is in staat de 3 andere machten te controleren => kan correcties aanbrengen => beveiliging democratie

MAAR er dreigt natuurlijk steeds misbruik van macht

  • Niet alleen in de culturele sfeer is er manipulatie, ook bij de informatieve programmering
  • Media kan het debat in een bepaalde richting sturen: publieke opinie winnen voor politieke doeleinden (vb: nultolerantie Anderlecht)
    • Welk FRAME geef je?
    • Welk ideologisch discours ligt aan de basis?

Vervormingen in de media: media geeft ons geen spiegel op de werkelijkheid!

Media is een selectie van de werkelijkheid en wat wordt geselecteerd, wordt vervormd.

  • Niet alles wordt waargenomen
  • Niet alles wat waargenomen wordt vindt een weergave in het verslag
  • Als er een verslag is gaat het om een interpretatie van de werkelijkheid

Nieuws is niet de gebeurtenis zelf, maar het verslag van die gebeurtenis, het omzetten in een betekenisvol ‘verhaal’. Het gaat om een gemaakte abstractie van de realiteit d.m.v.:

  • een tekensysteem (‘taal’ of ‘tekst’: geschreven tekst, klank of beeld) met bijhorende codes en
  • afhankelijk van de maatschappelijke context.

Om nieuws te analyseren moeten we volgens Hartley (1989) dan ook rekening houden met twee determinanten:

  • de taal (in de ruime betekenis) waarin het wordt gecodeerd en
  • de (sociale) context waarin het nieuws wordt geproduceerd en ‘gelezen’.

Wanneer we met beide aspecten rekening houden spreken we van een discours.

Verschillende factoren bepalen ‘de bril’ waardoor nieuwsbrengers kijken:

  • De ongelijke mondiale informatiestromen. Enkele voornamelijk westerse bedrijven zijn dominante nieuwsbrengers (persagentschappen, grote televisiestations, kranten,…)
  • De economische vervorming. Dat speelt dubbel:
    • Het zijn hoofdzakelijk privé-bedrijven die nieuws brengen. Nieuws moet dus opbrengen, winst genereren. Nieuws dat niet opbrengt is in wezen minder aantrekkelijk. Iets gebeurt, maar er zijn geen beelden voor => is geen nieuws, want commercieel gezien niet interessant.
    • De belangrijkste inkomstenbron is doorgaans de adverteerder (en niet de kijker of luisteraar). Dat betekent als het ware dat een medium in eerste instantie gemaakt is voor de adverteerder
  • De culturele vervorming: Mediateksten (waaronder ook nieuwsverhalen) worden in codes gegoten (beeldtaal, structuur en opbouw van een artikel), die door de lezer dan weer worden gedecodeerd. Dat is een asymmetrisch proces omdat niet alles begrepen wordt zoals gebracht. Bovendien gebeurt communicatie binnen een maatschappelijke context (referentiekader journalist).
  • De politieke vervorming. Algemeen gesteld volgen media doorgaans de dominante ideologie. Dat is zeker zo wanneer een land in oorlog verkeert met een ander land. Media laten dan gemakkelijk de journalistieke deontologie (objectief, evenwicht, onpartijdig) vallen -> belang om publieke opinie mee te krijgen (zie verhaal Ludo De Brabander: hij toont manipulatie in oorlogsverslaggeving)

Slot

  • Kijk altijd heel kritisch naar media.
  • Streefdoel: respecteren en organiseren van een publieke sfeer
  • Ideaal: media die volledig onafhankelijk (vrij van overheids- en marktinmenging) kunnen werken & waar een open democratisch debat kan gecreëerd worden
Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License