Verslag Les 3

(Verslaggevers: Alexander Terryn en Peter Bastijns)

Inleiding

De les was een voorbereiding op het praktische gedeelte van de examenopdracht. Eerst werd er een theoretisch gedeelte gegeven. Daarin kwamen elementen aan bod waarmee we rekening zullen moeten houden tijdens het maken van ons televisiejournaal. Tijdens het tweede deel van de les werden we verdeeld in twee groepen. Elke groep kreeg een camera mee, we interviewden elkaar omtrent relevante maatschappelijke thema's zoals de kwestie rond het hoofddoekenverbod en de wereldwijde ontmanteling van kernwapens. De interviews werden op tape vastgelegd. Op het einde van de les bekeken we gezamenlijk de beelden, iedereen kreeg feedback op zijn of haar geleverd interview.

Theoretisch gedeelte

Tv Journaal

In een televisiejournaal komen gemiddeld een 20à30tal thema's aan bod. Voor een thema in het journaal zal opgenomen worden moet het voldoen aan de 5W's (Wie, wat, waar, wanneer en waarom) Als aan de 5W's voldaan is maakt het item kans om in het nieuws te komen.
Belangrijk is dat er kleur gegeven wordt aan het journaal. Dit maakt het journaal aangenamer om naar te kijken. Het is niet de bedoeling dat de nieuwslezer constant in beeld is. Een mix van extra achtergrondinformatie, interviews en infographics. Infographics kunnen een plattegrond zijn, diagrammen, grafieken of illustraties.

Wanneer mag iets in het journaal verschijnen?
Er zijn verschillende redenen om een feit in het nieuws te brengen. Er is ook een hoge drempel om de relevantie te testen, hieronder zijn enkele vragen opgenomen die een journalist of redacteur zich moet stellen:
Gebeurt het feit nu? Waar speelt het zich af? Wie speelt de hoofdrol? Hoe groot is de betrokkenheid van het publiek? Wat zijn de gevolgen van de gebeurtenis? Is er een conflictgehalte? Gaat het over mensen? Wat is het verschil met de situatie vroeger, wat verandert er? en is er beeld en klank beschikbaar?

Uit deze vragen kan men ook afleiden hoe een journalist moet denken:

  • wie is de doelgroep;
  • een journalist zoekt altijd feiten en cijfers: de harde bewijzen;
  • Tegenstellingen en conflicten zijn nieuws;
  • Een journalist zoekt het verschil;
  • Er moet een invalshoek zijn die betrokkenheid creëert;
  • Het nieuws wordt gelinkt aan het algemeen belang.

Bij het maken van een journaal moeten we rekening houden met enkele journalistieke regels. In de eerste plaats is het belangrijk dat de verschillende kanten van het verhaal belicht worden. Het journaal moet een blijk van neutraliteit geven.
Een interview
Interviews zijn een middel om duiding of een mening te verkrijgen rond een bepaald thema.
Er is enerzijds het informatief interview. Dit is een vraaggesprek met als doel meer informatie te krijgen rond een bepaald thema. De interviewer wil hieromtrent duidelijk informatie krijgen.
Naast het informatief interview is kan de journalist ook gebruik maken van het confronterend interview. Via het confronterend interview legt de journalist het vuur aan de schenen van de geïnterviewde.
Hiervoor bestaan er 3 methodes:

  1. De aanval: Er wordt gebruik gemaakt van de directe confrontatie. De journalist zit 'zeer kort op de bal'
  2. De fuik: Het interview start op een rustige, gemoedelijke toon. aanvankelijk geeft de journalist de geïnterviewde voldoende tijd om uit te spreken, doet hij niet moeilijk. Plots zal de journalist de geïnterviewde voor een harde confrontatie plaatsen.
  3. De herhaalde vraag: Deze methode is zeer handig om mensen te interviewen die steeds naast de vraag blijven antwoorden.

Tot slot is er nog het Human intrest interview. Dit type interview wordt gebruikt om de belevenis van een persoon weer te geven. Een getuigenis van een ramp kan in het nieuws opgenomen worden maar doorgaans komt dit type interview minder voor in het nieuws.

In elk type interview speelt zowel het verbale als het non-verbale aspect mee. De bedoeling van een interview is dat het verstaanbaar overkomt bij het publiek. Als geïnterviewde is het belangrijk dat je beknopte antwoorden durft weer te geven. Een vuistregel is 1 vraag = 1 antwoord. Jargon wordt best achterwege gelaten, jezelf herhalen zorgt ervoor dat de boodschap langer zal blijven hangen. Bij abstracte materie is het zeker interessant om wat je zegt concreet te maken met een voorbeeld. Spreek met actieve zinnen. Wees aardig en lief tegenover de camera. De manier waarop je iets zegt en de non-verbale factoren bepalen voor een groot deel wat het publiek onthoudt.

(schema van Dinger)

De lens van een camera werkt als een menselijk oog. Als geïnterviewde kijk je best naar de interviewer en niet in de les. Bij ruis, dit kan een voorbijrijdende brommer zijn, is het best te even te zwijgen om dan de hele zin te herhalen.
Als geïnterviewde wil dat hij gelooft en begrepen wordt en dat het publiek zijn boodschap onthoudt.

De voorbereiding:
Bereid een interview goed voor als interviewer én als geïnterviewde.
Als geinterviewde moet je weten wat de journalist verlangt van jou. Het onderwerp weten is logisch. Hou ook rekening met het medium waarvoor het interview dient en wat de journalist zal doen met het resultaat.
Schrijf op wat je zeker wel wil zeggen en hou in het achterhoofd wat je zeker niet wil zeggen. Kader alles positief.
Als interviewer bereid je de vragen voor.

Het interview zelf:
Als interviewer zijn er een aantal aandachtspunten waarmee je rekening kan houden: De vraagstelling moet kort en concreet zijn, ondubbelzinnig, open en neutraal zijn. Een neutrale vraag waaring geen mening van de interviewer voorkomt. Indien dit wel het geval is, hebben we te maken met een suggestieve vraag.
*Voorbeeld van een neutrale vraag: "Bent u al met discriminatie geconfronteerd geweest omdat u een hoofddoek draagt?"
*Voorbeeld van een suggestieve vraag: "Hoe werd u reeds gediscrimineerd door het dragen van een hoofddoek?"

Als interviewer is het goed dat je voor je uw gast interviewt eerst een korte inleiding geeft voor de camera. Zo weet het publiek waar het zich kan aan verwachten. De interviewer praat best op een rustig tempo. Wanneer de gast antwoord neemt de interviewer een open houding aan. Af en toe kan de interviewer samenvatten wat de geïnterviewde zei. Dit maakt het voor het publiek gemakkelijker om te volgen en geeft de interviewer tijd om de volgende vraag te bedenken. Als je gast niet volledig antwoord op de vraag dat je als interviewer stelde, kan je doorvragen of de methode van de herhaalde vraag gebruiken.

Gebruik van camera's
Als cameraman of -vrouw kan je het visuele resultaat bepalen.
Let altijd op de plaats waar de camera opgesteld wordt. Bij een teveel aan tegenlicht wordt de persoon die in beeld moet komen een zwarte figuur. Gebruik kunstlicht indien dit nodig is om personen goed in beeld te brengen. Hou ook rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de camera.
Zorg ervoor dat het personen volledig in beeld komen en op ooghoogte gefilmd worden. Om de mimiek van de persoon te zien film je het gezicht beter frontaal dan in profiel.

Praktisch gedeelte

Iedereen verscheen voor de camera: een keer als interviewer, een keer als geïnterviewde.
Achteraf werd er klassikaal naar de beelden gekeken en analyseerden we per persoon de positieve punten en de werkpunten.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License